Raapstelen
zijn weliswaar een echte voorjaargroente, maar ze zijn – op een paar wintermaanden na – eigenlijk het hele jaar verkrijgbaar. Deze heldergroene groente wordt in de volksmond ook wel ‘keeltjes’ of bladmoes genoemd.
Raapsteeltjes zijn langwerpige blaadjes op een knapperig, licht peperig steeltje. De groente heeft wel wat weg van jonge spinazie of rucola.
Jong loof
Een raapsteeltje is eigenlijk het jonge loof van meiknolletjes of andere Brassica-soorten, de raap- en koolachtigen. Doordat je ze dicht op elkaar zaait ontwikkelen de plantjes geen knollen: de jonge groene plantjes worden geoogst.
Raapstelen worden hoofdzakelijk in de glastuinbouw gezaaid en vroeger ook onder platglas. Je kunt raapsteeltjes al heel vroeg onder koud glas zaaien, vanaf februari; vanaf begin maart kun je ze buiten zaaien. In de zomermaanden is ze minder goed te telen (o.a. door de kans op ziekten die toch al zo aanwezig is bij koolgewassen). Na de zomermaanden kun je raapstelen weer in de kas zaaien; deze worden dan geoogst in de herfst.
Met wortel en al
Raapstelen worden met wortel en al geoogst, en zijn te koop in bosjes. Je kunt raapsteeltjes een aantal dagen goed houden in de koelkast. Liefst in een open plastic zak.
Snijd voor het bereiden de worteltjes van de steeltjes (sommige mensen eten raapsteeltjes met wortel en al: ik haal zelf altijd de worteltjes eraf) en was de raapstelen in ruim koud water. Goed laten uitlekken voor je het verder verwerkt (tenzij je ze gaat koken). Wil je raapstelen koken, kook ze dan met aanhangend water en gooi na afloop het overgebleven kookvocht weg (in verband met nitraten).
Je kunt met raapsteeltjes een heerlijk stamppotje maken. Daar kun je mij wel voor wakker maken! Maar er zijn natuurlijk nog meer lekkere gerechten met raapsteel. Op onze website staan er een aantal, zie onder raapsteel.
Recept van de week
Hartig taartje met raapsteeltjes
voor vier personen
BENODIGDHEDEN
Voor het deeg:
300 g bloem
110 g boter
½ theel. zout
2 eetl. koud water
Voor de groentenvulling:
2 bosjes raapstelen, fijngesneden
een beetje boter of olie om te stoven
een grote ui, gesnipperd
3 tenen knoflook, geperst
8 gedroogde tomaten, in olijfolie geweekt
hele olijven
voor de roomvulling:
4 eieren
350 g kwark
eventueel 1 dl slagroom
peper en zout
4 el geraspte oude (Parmezaanse) kaas
BEREIDINGSWIJZE
Kneed een stevig deeg van de genoemde ingrediënten en leg het deeg een half uur in folie verpakt in de koelkast. Was de raapsteeltjes en laat ze goed uitlekken.
Verwarm de oven voor op 200°C.
Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak en bekleed hiermee een grote ingevette ovenschaal. Prik met een vork her en der gaatjes in het deeg. Bak de taartbodem 10 minuten in de voorverwarmde oven.
Snijd de raapsteeltje in korte stukjes en stoof in boter of olie tot ze geslonken zijn. Giet het vocht af. Meng ondertussen de eieren, kwark, (slagroom), Parmezaanse kaas, peper en zout goed door elkaar tot een luchtige romige massa.
Snijd de tomaten in kleine stukjes en schep dit samen met de gestoofde raapsteeltje, de gesnipperde ui en de knoflook over de taartbodem. Giet er de roomvulling over.
Verdeel de olijven over de taart en bak de taart ongeveer 45 minuten in de oven tot ze stevig en mooi gekleurd is (controleer met een mes of prikker of ze droog is).
Deze taart is ook lekker met snijbiet i.p.v. raapsteeltjes.
Marleen Kortekaas
De Doornhof.